“De sector en de bedrijven zijn in mijn ogen een stuk professioneler geworden”
Frank van Thillo was 15 jaar lang secretaris van de MORA (Mobiliteitsraad Vlaanderen). Daarvoor was hij ook meerdere jaren actief als adviseur bij verschillende ministers op Vlaams en federaal niveau. En als federaal secretaris Logistiek en Wegvervoer vertegenwoordigde hij meerdere jaren de werknemers in de transportsector. Deze maand gaat hij op pensioen en wilden we het met hem nog een laatste keer hebben over mobiliteit, het verleden en de toekomst!
Interview: Lode Verkinderen en Céline Heirwegh
TLV magazine: Congestie is hét blijvend mobiliteitsprobleem waar niemand vat op lijkt te krijgen. Wat als jij drie beslissingen zou mogen nemen om die congestie te verbeteren, welke drie maatregelen zou jij nemen?
Frank van Thillo: Ik zou allereerst werk maken van een rechtvaardiger en slimmer prijsbeleid in de volledige transportsector, waarbij vooral gebruik belast wordt en niet het bezit en dit zowel voor personen- als goederenmobiliteit. Dat kan een kilometerheffing zijn, want het is immers wetenschappelijk aangetoond dat dit de meest efficiënte maatregel is die ons helpt bij het behalen van onze klimaatdoelstellingen. Maar er zijn ook andere mogelijkheden. Ik ben er mij van bewust dat dit een complexe maatregel is die zowel technisch, politiek als maatschappelijk de nodige tijd vraagt om op een correcte en sociale wijze te implementeren. Maar er rest ons geen keuze.
Vervolgens zou ik ervoor zorgen dat de fiets op een meer systematische manier deel uitmaakt van ons mobiliteitssysteem. Dit mag ook geen geitenwollensokkenmaatregel worden, maar één die ingebed is in ons economisch systeem. ‘Met belgerinkel naar de winkel’ vind ik hier een goed voorbeeld van. Handelaars in woonkernen zijn het best bereikbaar met de fiets.
Tot slot zou ik ervoor zorgen dat ons openbaar vervoer een stuk efficiënter en kwalitatiever wordt aangeboden. Hier zijn extra overheidsmiddelen voor nodig, maar zeker ook een moderner management gericht op het ontsluiten van knooppunten en een doorgedreven samenwerking met de verschillende aanbieders uit de privésector. Deze staan vaker garant voor efficiëntie en innovatie.
TLV: Wat beschouw je als je persoonlijke grootste nalatenschap of doorbraak voor de sector?
FVT: Dan ben ik zeker fier op het feit dat we er met de MORA in geslaagd zijn om de invoering van de kilometerheffing te laten doorgaan binnen een duidelijk afgelijnd kader dat de transportsector heeft behoed voor politieke uitwassen en wishful thinking-maatregelen. De operationalisering van de maatregel is best vlot verlopen, ondanks de grote veranderingen die het met zich meebracht.
En al iets langer geleden de introductie van code 95. Toen ik verantwoordelijk was voor de Europese cel van de ETF (vrachtvervoer over de weg), zijn we erin geslaagd om met de Europese sociale partners de beroepsopleiding centraal te zetten. Dit heeft de sector toch kwalitatiever, duurzamer, efficiënter en veiliger gemaakt.
TLV: Wat blijft na jouw heel diverse carrière je grootste ontgoocheling?
FVT: Dat ligt ook weer bij het dossier kilometerheffing omdat de vorige Vlaamse regering er niet in geslaagd is om die door te trekken naar de personenmobiliteit. Dat getuigt voor mij van een gebrek aan politieke moed. De voorbereidingen stonden in de steigers, de maatschappelijke debatten waren gevoerd en toch heeft ze om electorale redenen besloten om dit af te voeren. Er is veel tijd verloren gegaan want de maatschappelijke en technologische evolutie is van die aard dat je het hele debat opnieuw moet voeren. Daarbij komt dat je zo’n maatregel niet in één legislatuur kan invoeren en dus zijn we weer voor minimum tien jaar vertrokken.
TLV: Hoe zag je de gemiddelde transporteur evolueren in die periode?
FVT: Ik zie veranderingen op twee belangrijke momenten. Het protest tegen de hoge dieselprijzen in 2000 toen de sector weliswaar zeer solidair was, maar in mijn ogen de langetermijnstrategie nog ontbrak. Toen de sector zich weer moest manifesteren in 2015 was er terug die solidariteit, maar toonde de sector veel meer zakelijk inzicht en maatschappelijke verantwoordelijkheid. De sector en de bedrijvenzijn in mijn ogen een stuk professioneler geworden.
De uitdaging om te ondernemen binnen een vrij stringente Europese regelgeving is geen evidentie. De vaak oneerlijke concurrentie houdt de winstmarges lager dan in andere sectoren. Dit leidt vaak tot schaalvergroting en verlies van het ambachtelijke karakter, wat natuurlijk een beetje spijtig is. Anderzijds leidt het professionele management ertoe dat er meer dan vroeger een goede dialoog met de werknemers wordt opgezet. Dit stemt mij oprecht optimistisch want ik blijf natuurlijk nog altijd een beetje syndicalist.
TLV: Hoe blik je terug op ruim een kwarteeuw samenwerken met TLV als organisatie?
FVT: TLV slaagt er altijd in om in de Wetstraat de transportondernemers een gezicht te geven en dus aan te geven wat de concrete problemen of uitdagingen waren van hun leden als bepaalde afspraken of regelgevingen op tafel kwamen.
Uiteraard was het voor mij het moeilijkste werken in het sociaal overleg, omdat daar de belangen vaak tegengesteld leken. Toch werd er altijd zeer correct met elkaar omgegaan en werd nooit de man gespeeld. Ik heb met het management en met veel leden van TLV naast onze professionele contacten ook een zeer goed sociaal contact die mij steeds het gevoel hebben gegeven deel te mogen uitmaken van die grote familie die de transportsector eigenlijk nog wel is.
Tot slot ben ik TLV erg dankbaar voor hun rol en inzet in de MORA. Voor mensen buiten de transportsector is het vaak niet duidelijk welke cruciale rol de sector speelt voor de welvaart in Vlaanderen. Het is niet alleen nodig om dit onder de aandacht te brengen, maar transport verdient een cruciale plaats in het Vlaams Mobiliteitsbeleid. De wijze waarop Lode het voorzitterschap van de Commissie Goederenvervoer, Logistiek en Internationale Knooppunten heeft ingevuld, heeft ook de MORA bij de Vlaamse regering op de kaart gezet als een adviesraad waar je beter rekening mee houdt!
TLV: Welke tip wil je de transporteurs nog graag meegeven? Hoe kunnen zij best de toekomst van hun bedrijf zeker stellen?
FVT: Ik denk dat de krapte op de arbeidsmarkt de grootste uitdaging is. Dat pak je enerzijds aan door het voeren van een goed personeelsbeleid. Anderzijds wordt het ook superbelangrijk om als ondernemingen zichtbaar deel uit te maken van de ambitie om het logistieke hart van Europa te blijven en de cruciale schakel voor het Vlaamse economische beleid. Speerpuntsector zijn betekent tegelijkertijd dat bedrijven blijvend moeten inzetten op innovatie en duurzaamheid.
TLV: Welke activiteiten vullen jouw dagen voortaan? Ga je mobiliteit als jouw passie niet missen?
FVT: Een passie loslaten is uiteraard altijd moeilijk. Anderzijds moet iedereen er zich van bewust zijn dat er geen mirakeloplossingen zijn en dat het nemen van maatregelen in dit land enorm traag gaat. Het is dan ook logisch dat jonge mensen met nieuwe ideeën nu aan zet zijn. Bovendien wil ik aan het einde van carrière zelf een beetje zelfstandige ondernemer worden. In ons geliefde Andalusië open ik samen met mijn echtgenote het Hostal Aljibe. Iedereen welkom!
Wie is TLV?
Heb je nog vragen over de sector of onze diensten en producten? Bel ons, stuur een mailtje of maak een afspraak via de kalender. We helpen je graag verder!