Verplichte vervoersvergunning
Verplichte vervoersvergunning
De afgelopen weken hebben we regelmatig de vraag gekregen of het klopt dat je een vervoersvergunning nodig hebt wanneer het nuttig laadvermogen minder dan 500 kilogram bedraagt.
Als gevolg van een wetswijziging in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het perfect mogelijk dat je met een nuttig laadvermogen van minder dan 500 kilogram over een vervoersvergunning zal moeten beschikken.
Aangepaste uitzondering
Vroeger had je geen vervoersvergunning nodig wanneer het nuttig laadvermogen minder dan 500 kilogram was.
Deze uitzondering is evenwel gewijzigd en wordt nu als volgt geformuleerd: Je hebt geen vervoersvergunning nodig wanneer het voertuig aan volgende cumulatieve voorwaarden voldoet:
- Het nuttig laadvermogen bedraagt niet meer dan 500 kilogram EN
- De MTM van het voertuig bedraagt niet meer dan 2,5 ton.
Van zodra dat het voertuig niet aan één van de twee voorwaarden voldoet, zal je voor dit voertuig over een vervoersvergunning moeten beschikken. Dit heeft tot gevolg dat veel bestelwagens nu wel onder de verplichting van de vervoersvergunning vallen.
Transberru
Elk voertuig waarmee je vervoer voor rekening van derden verricht (goederen- of personenvervoer) moet geregistreerd zijn in het nationaal register van wegvervoerondernemingen. Controleer dus regelmatig of alle voertuigen waarmee je dit vervoer verricht in het systeem geregistreerd staan.
Boete
Het rondrijden zonder vergunning, zonder dat het voertuig geregistreerd is en/of het weigeren de vergunning te tonen, wordt gesanctioneerd met boetes van 55 euro tot 3.960 euro.
Zo bedraagt de boete 1.500 euro wanneer er geen vergunning aanwezig is in het voertuig en het bestaan van een vergunning voor het voertuig ook niet aangetoond kan worden.
Ook interessant
Goederenvervoer zal met 20% groeien tegen 2040
Vrachtwagen blijft dominante modus
Het Federaal Planbureau heeft in samenwerking met de FOD Mobiliteit en Vervoer voor de vijfde maal zijn vooruitzichten voor de transportvraag in België bij ongewijzigd beleid gepubliceerd. Het goederenvervoer blijft sterk groeien, onder invloed van de bijzondere geografische ligging van het land en de kwaliteit van zijn haveninfrastructuur. Het wegvervoer blijft grotendeels dominant, ondanks de meer dynamische groei van het spoorvervoer.
De vraag naar goederenvervoer op het Belgische grondgebied zal tussen 2019 en 2040 aanzienlijk toenemen. Volgens het Planbureau zullen de vervoerde tonnages in deze periode met meer dan 20% stijgen. Deze groei zet de opwaartse trend van de afgelopen decennia voort. Maar de vraag naar goederenvervoer is veel conjunctuurgevoeliger dan de vraag naar personenvervoer.
Minder tonkilometers
Het aantal afgelegde tonkilometers voor elke geproduceerde euro bbp daalt al verschillende decennia trendmatig als gevolg van de verschuiving van de economische activiteit in België. Dit is een verschuiving van industriële bedrijven en beroepen naar de dienstverlenende sector. Anderzijds stijgt de gemiddelde waarde van de betrokken goederen. De evolutie van de Belgische industriële activiteitenstructuur toont een verschuiving van zware producten met een lage toegevoegde waarde naar lichtere producten met een grotere toegevoegde waarde. Hierdoor wordt het mogelijk meer toegevoegde waarde te creëren met minder fysieke stromen. Het Planbureau verwacht dat de transportintensiteit van het Belgische bbp (bruto binnenlands product) tegen 2040 met nog eens 7% zal dalen.
Geleidelijk aan wordt deze daling wel meer gematigd door de ontwikkeling van vervoersdiensten in België. Deze activiteiten worden gestimuleerd door de aanwezigheid van grote zeehavens die sterk verbonden zijn met het grote Europese hinterland. De aan- en afvoer van goederen op het Belgisch grondgebied zijn dynamischer dan zuiver nationale stromen waarbij de laad- en losplaatsen zich allebei in België bevinden. De tonnages van deze laatste laatstgenoemde zullen naar verwachting met slechts 3% stijgen.
Meerdere factoren
Niet alleen het volume van de economische activiteit is bepalend voor de vraag naar goederenvervoer. Het tweede belangrijke effect, na het volume-effect, is het structuureffect. In de loop van de periode tot 2040 verandert de structuur zelf van de Belgische economische activiteit. Deze ontwikkeling zet de beweging van tertiarisering en de verschuiving van industriële activiteit naar activiteiten die minder zware inputs vereisen, waarvan hierboven sprake was, voort. De evolutie van de structuur van de economische activiteit heeft dus een negatief effect op de transportvraag. Terwijl het volume-effect alleen al een stijging van de totale vraag naar goederenvervoer met ongeveer 31% tot gevolg heeft, impliceert het structuureffect een daling van deze vraag met ongeveer 12%. De prijseffecten zijn in vergelijking marginaal.
Evoluties per transportmodus
Volgens de cijfers van het Planbureau blijft de modale verdeling constant nagenoeg ongewijzigd. Hoewel de vraag naar spoorvervoer dynamischer is (+27 % van de vervoerde ton, hoofdzakelijk voor internationale activiteiten), blijft het wegvervoer grotendeels dominant, vooral binnen België. Wat het nationale vervoer betreft, is de eerder genoemde verschuiving van de Belgische economische activiteit naar een dienstverlenende economie niet bevorderlijk voor de ontwikkeling van het zware goederenvervoer, en dus minder gunstig voor de ontwikkeling van het aandeel van het spoor en de binnenvaart. In absolute waarden groeit het wegvervoer van 489 miljoen ton per jaar in 2019 naar 580 miljoen ton in 2040. Wanneer we kijken naar de modal split zien we dat het aandeel van het wegvervoer in dezelfde periode zal afnemen van 51% in 2019 tot 49% in 2040. Het aandeel van het spoor zal groeien van 4% naar 5%. Binnenvaart daarentegen zal een omgekeerde beweging maken van 16% naar 15%. De rest wordt ingenomen door zeevervoer op korte en op lange afstand.
Congestie neemt nog toe
Zonder nieuwe maatregelen zal de groei van het wegvervoer van zowel personen als goederen leiden tot een verdere daling van de snelheid op het wegennet door toenemende congestie. Deze daling is meer uitgesproken in de grotere agglomeraties, vooral in Antwerpen en Gent, waar de gemiddelde snelheid op de belangrijkste wegen met ongeveer 11% daalt. De broeikasgasemissies van het wegvervoer dalen tegen 2040, vooral voor het personenvervoer (-56%) en in minder mate voor het goederenvervoer (- 4%).
Uit de berekeningen blijkt dat het totale aantal voertuigkilometers tussen 2019 en 2040 stijgt met 8% waardoor de snelheid op het Belgische wegennet gemiddeld met 2% daalt. Deze toenemende druk van het wegverkeer is niet uniform in tijd en ruimte. In totaal draagt het personenvervoer voor 80% bij tot de congestie in 2019, tegenover 78% in 2040. De bijdrage van het personenvervoer tot de congestie is het grootst in Brussel (91%) en het kleinst in Antwerpen (78%). De aanwezigheid van de haveninfrastructuur en van industriële activiteiten en de specialisatie in goederenvervoer en de daaruit voortvloeiende logistiek voor de Antwerpse agglomeratie verklaren uiteraard dit verschil. De grotere dynamiek van het goederenvervoer leidt tot een sterkere groei van de stromen in Antwerpen (+8%) dan in Brussel (+3%). De bijdrage van het goederenvervoer tot de congestie in Antwerpen zal dus verder toenemen tot 25% in 2040. De totale groei van de stromen is echter het grootst in de Gentse agglomeratie, waar in 2040 10% meer verkeer wordt verwacht dan in 2019. De verwachte groei voor deze agglomeratie is hoog voor zowel het personen- als het goederenvervoer over de weg.
Voor de Gentse en Antwerpse agglomeraties zal de gemiddelde snelheid tijdens de avondspits op de belangrijkste wegen dalen met 11% tegen 2040. In de Brusselse agglomeratie zal de gemiddelde snelheid tijdens de avondspits met 1% dalen. Voor de rest van het land ten slotte houdt het effect het midden tussen deze uitersten, met een verwachte daling van de snelheid van 5% tot 6%.
Verplichte winteruitrusting
Met de wintermaanden in aantocht, is het misschien wel handig om te weten welke uitrusting verplicht is. We maakten een overzicht van de reglementering in onze buurlanden en enkele Alpenlanden.
Luxemburg
Er bestaat geen specifieke reglementering met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen.
Voertuigen dienen verplicht uitgerust te zijn met winterbanden in winterse omstandigheden. Onder ‘winterse omstandigheden’ wordt verstaan: ijzel, opgehoopte sneeuw, smeltende sneeuw, ijsplekken of rijm. Voor vrachtwagens met een MTM van meer dan 3,5 ton, volstaat het dat de aandrijfas van het voertuig met winterbanden is uitgerust. De winterbanden moet één van de volgende symbolen vermelden: M.S, M+S, M&S of alpensymbool. De wetgeving is verplicht voor alle voertuigen, ongeacht het land van inschrijving.
Duitsland
Als door mist, sneeuwval of regen het zicht minder is dan 50 meter, moeten chauffeurs van voertuigen zich zodanig in het verkeer gedragen dat andere weggebruikers nooit in gevaar worden gebracht. Indien nodig moet de dichtstbijzijnde parkeerplaats worden opgezocht. Dit voorschrift geldt ook bij gladheid door sneeuw en ijzel. Er geldt bovendien een inhaalverbod voor voertuigen met een MTM van meer dan 7,5 ton.
Winterbanden zijn verplicht bij winterse omstandigheden: ijzel, gladde wegen als gevolg van sneeuw, sneeuwblubber en aanvriezende rijm. Sinds 1 oktober 2017 is het verplicht om winterbanden aan te brengen op de voorste stuurassen. Het gebruik van winterbanden is niet aan een bepaalde periode gebonden. Banden met enkel een M+S aanduiding mogen nog gebruikt worden tot en met 30 september 2024, op voorwaarde dat ze voor 31 december 2017 geproduceerd werden. Banden die na deze datum geproduceerd worden, moeten het sneeuwvloksymbool bevatten.
Op voertuigen met een MTM tot 3,5 ton zijn winterbanden verplicht op alle assen. Voor aanhangwagens en opleggers zijn winterbanden niet verplicht.
Voor zowel zomer- als winterbanden geldt een minimum profieldiepte van 1,6 mm.
Hoewel het niet verplicht is om sneeuwkettingen aan boord van het voertuigen te hebben, moeten kettingen gemonteerd worden op besneeuwde wegen conform de verkeerssignalisatie. Er is geen specifieke periode voorzien, maar “als de omstandigheden het vereisen, moet een voertuig uitgerust zijn met sneeuwbanden, sneeuwkettingen, een schop, een houweel en een trekstang of trekkabel”. De kettingen moeten gemonteerd worden op de banden van de aangedreven as van het trekkend voertuig. De maximumsnelheid bedraagt 50 km per uur.
Overtredingen gaan gepaard met een boete van 60 euro. Indien het voertuig een gevaar gevormd heeft voor andere weggebruikers, zal deze boete oplopen tot 80 euro en 1 strafpunt op het rijbewijs. Naast de bestuurder, zal ook de eigenaar van het voertuig een boete moeten betalen van 75 euro.
Frankrijk
In Frankrijk is de zogenaamde ”Loi Montagne” van toepassing. Hierin is voorzien dat voertuigen in bergachtige gebieden de juiste winteruitrusting aan boord moeten hebben. Om files op bergachtige wegen te vermijden en om de verkeersveiligheid van de weggebruikers te verhogen, moeten voertuigen worden uitgerust met winterbanden of sneeuwkettingen. Deze verplichting wordt ingevoerd in 48 departementen, met name in bergachtige omgevingen zoals de Alpen, Corsica, het Centraal Massief, de Jura, de Vogezen en de Pyreneeën. De verplichting om adequate winteruitrusting te voorzien, is van toepassing tijdens de winterperiode, die jaarlijks loopt van 1 november tot 31 maart.
De gebieden in kwestie worden aangeduid met signalisatie, die zowel het begin als het einde van de bergzone aangeeft. Bij personenwagens, bestelwagens, campingcars, autocars, bussen en vrachtwagens zonder oplegger of aanhangwagen krijgt de gebruiker de keuze tussen sneeuwkettingen of winterbanden. Vrachtwagen-aanhangwagen combinaties of trekker-oplegger combinaties moeten zowel met sneeuwkettingen als met winterbanden worden uitgerust. Er moeten voldoende sneeuwkettingen aan boord zijn om minstens twee aandrijfwielen te voorzien. In het decreet in kwestie wordt niet vermeld wanneer de sneeuwkettingen effectief moeten worden aangebracht. Wij vermoeden dat dit zone per zone via dynamische verkeerssignalisatie wordt meegedeeld aan de weggebruikers.
Italië
Het is niet verplicht om kettingen aan boord van het voertuig te hebben. Deze moeten echter in de winter aangebracht worden conform het verkeersbord indien men in de bergen rijdt, en op elke andere besneeuwde weg. Er moet minstens één paar kettingen gebruikt worden per voertuig. De lokale overheden kunnen ertoe verplichten om tussen 15 november en 15 april sneeuwkettingen op te leggen in hun regio.
Artikel 6 van de wegcode stipuleert dat de overheid met behulp van borden de verplichting aangeeft om een antislipuitrusting (ketting of winterbanden) te gebruiken als er ijs of sneeuw op de weg ligt. Elke overtreding van deze reglementering zal bestraft worden met een boete tussen 85 en 338 euro.
Nederland
Het is niet verplicht om sneeuwkettingen aan boord van het voertuig te hebben. Het gebruik van winterbanden is noch verboden, noch verplicht. Banden moeten een profiel hebben van minstens 1,6 mm.
Oostenrijk
Het is verplicht om sneeuwkettingen aan boord te hebben van elk voertuig van meer dan 3,5 ton in de periode van 1 november tot 15 april. De kettingen moet minstens op twee wielen van dezelfde aangedreven as gemonteerd worden en ze moeten compatibel zijn met de ÖNORM. Gelijkwaardige producten van landen die lid zijn van de Europese Unie en die een CE-nummer dragen, zijn ook toegelaten. De kettingen moeten zodanig gemonteerd worden dat ze het volledige oppervlak van de band omvatten en dat er altijd contact is tussen de kettingen en het wegoppervlak. Het is niet verplicht om een schop aan boord te hebben.
In de periode van 1 november tot 15 april is het verplicht om winterbanden aan te brengen op ten minste één aangedreven as van elk voertuig van meer dan 3,5 ton. Het minimumprofiel voor winterbanden met diagonaal karkas is 6 mm, met radiaal karkas 5 mm. De banden moeten de vermelding M+S, M.S. of M&S dragen. Rijden in winterse omstandigheden zonder winterbanden of sneeuwkettingen geeft aanleiding tot een boete van 35 euro. Wanneer andere weggebruikers daardoor in gevaar gebracht worden, kunnen de boetes oplopen tot 5.000 euro.
Zwitserland
Het gebruik van sneeuwkettingen is verplicht op wegen die aangeduid zijn door een overeenkomstig verkeersbord. Er is geen specifieke periode bepaald omdat in de Alpen ook in de zomer sneeuwval kan voorkomen. Minstens twee aangedreven wielen van dezelfde as of één aan iedere kant (bij dubbele wielen) moeten uitgerust zijn met metalen sneeuwkettingen of vergelijkbare systemen die gemaakt zijn van een ander materiaal, maar goedgekeurd door het Federale Agentschap van de Wegen. Als een voertuig niet met kettingen is uitgerust op een plaats waar dit verplicht is, kan een boete worden opgelegd van 100 CHF.
Het gebruik van winterbanden is verplicht op wegen die aangeduid zijn door een overeenkomstig verkeersbord. Ook als er geen verkeersbord staat, kan bij aanrijding schuld worden toegewezen. Spijkerbanden zijn toegestaan op voertuigen tot 3,5 ton toegestaan totaalgewicht van begin november tot eind april.
Verdubbeling LKW Maut
De Duitse regering heeft eind maart een akkoord gesloten binnen de coalitie om de belabberde staat van de transportinfrastructuur grondig aan te pakken. Het ziet er naar uit dat vooral het wegtransport de rekening zal mogen betalen.
Het gaat voor alle duidelijkheid nog over een akkoord tussen de regeringspartijen, dat nog door het parlement moet worden goedgekeurd. De regering wil de infrastructuurwerken aan het spoor en wegen aanzienlijk versnellen, met een uitgesproken nadruk op het spoorwegennet. Het is echter ook de bedoeling om de in verval geraakte bruggen sneller en grondiger te renoveren. Wegen die geteisterd worden door structurele files, zullen ook sneller worden aangepakt.
Uit prognoses blijkt dat het goederenvervoer over de weg sterk zal toenemen in de lopende decennia. Nog een reden om versneld te investeren in wegeninfrastructuur, tegen de zin van de groene regeringspartner weliswaar.
Kassa kassa: verdubbeling van de LKW Maut
De gigantische investeringen gaan vanzelfsprekend gepaard met enorm veel geld. De extra uitgaven zullen hoofdzakelijk komen uit de kilometerheffing op snelwegen en federale wegen (LKW Maut). In het akkoord staat dat de Duitse regering vanaf 1 januari 2024 een CO2-differentiatie en een CO2-toeslag van 200 euro per ton zal invoeren. Emissievrije vrachtwagens worden tot eind 2025 vrijgesteld van tol en moeten daarna 25% van het tarief betalen. Vanaf 2024 vallen ook kleinere vrachtwagens van 3,5 ton onder de kilometerheffing.
Het is overduidelijk dat vooral het wegvervoer het gelag zal betalen voor de investeringsdrang van de Duitse regering.
De invoering van de CO2-toeslag zou er volgens voorlopige berekeningen voor zorgen dat de Maut met 20 eurocent zou stijgen voor een Euro 6-vrachtwagen van meer dan 40 ton. Dat is een verdubbeling van het huidige tarief. En dit op het moment dat de tol begin dit jaar al flink werd verhoogd.
Aangezien het om een akkoord gaat binnen de coalitie lijkt het op dit moment onwaarschijnlijk dat de plannen er niet zouden doorkomen. De Duitse beroepsorganisatie zijn echter niet van plan om de forse prijsstijgingen zomaar te aanvaarden.
We volgen dit verder op voor jou en we zullen je zo snel mogelijk informeren als één en ander nog concreter wordt.
Wie is TLV?
Heb je nog vragen over de sector of onze diensten en producten? Bel ons, stuur een mailtje of maak een afspraak via de kalender. We helpen je graag verder!